Ze komt op maandagmorgen en dan haalt ze me uit bed 
Ze heeft dan van te voren al thee of koffie gezet 
Ze zegt: "meneer de Vries ik zet u maar even hier" 
"Kijk buiten schijnt de zon en voor vandaag veel plezier" 

Ze is het meisje van de thuiszorg 
en zij is amper twintig jaar 
Ik ben tachtig en kan geen krimp meer geven 
ach ik geef haar soms een gulden 
want ik ben haar heel dankbaar 
zij is de zon in mijn mistige leven 

Op woensdagochtend komt ze om een uur of elf 
Ze doet de kamer, de wc en maakt voor mij een boterham 
Ze helpt me met de afwas want wat ik zelf kan doe ik zelf 
En dan gaat ze door mijn haren met de kam 

Ze is het meisje van de thuiszorg 
en zij is amper twintig jaar 
Ik ben tachtig en kan geen krimp meer geven 
ach ik geef haar soms een gulden 
want ik ben haar heel dankbaar 
zij is de zon in mijn mistige leven 

Op vrijdag komt ze 's middags, dan heb ik de koffie klaar 
En dan nemen we wat tijd om bij te kletsen 
Dan vertel ik van die vogel bij mij achter in de tuin 
met een gebroken staart, zit verder wat te zwetsen 

Ze is het meisje van de thuiszorg 
en zij is amper twintig jaar 
Ik ben tachtig en kan geen krimp meer geven 
ach ik geef haar soms een gulden 
want ik ben haar heel dankbaar 
zij is de zon in mijn mistige leven 

Op zaterdag, dan komt ze 's avonds 
Ze brengt me naar bed, zo om een uur of elf 
Ik vraag haar met een blik of zij mij dan wil helpen 
Maar ze is kordaat: "wat u zelf kunt doet u zelf" 

Ze is het meisje van de thuiszorg 
en zij is amper twintig jaar 
Ik ben tachtig en kan geen krimp meer geven 
ach ik geef haar soms een gulden 
want ik ben haar heel dankbaar 
zij is de zon in mijn mistige leven 


(c) Tekst & muziek: Leon Lutterman