Op de snelweg rijd ik
En als ik kan vermijd ik
De files van het spitsuur
Want vanavond speel ik
Zing en deel ik
Het vlammende heilig vuur
Ik heb in al die jaren
Lief en leed ervaren
En op zich niet zo bijzonder
Ik ben wel vaak getart
Maar niet verhard
En dat is wel een wonder
En in een wonder geloof ik
En de gedachte loof ik
Er staat iets te gebeuren
Open je ogen en oren
Want het wordt geboren
Het prille en het pure
Vanuit het diepste duister
Is een oog gericht
Op het kleinste straaltje licht
Hou het vast en heel dichtbij
Wees stil en luister
Heb je het gehoord
Het ongerepte woord
Koester het
Oh koester het
Want dat ben jij
En vandaar uit begin je
Want alles is in je
Met toegewijde inkeer
Zal zich veel onthullen
Laat je beker vullen
Telkens en telkens weer
Laat je snaren trillen
Hoe ze klinken willen
Weet zelf wat je wil horen
Laat je niets vertellen
Je niet de wet voorspellen
Blijf maar bij je sporen
En wil ik jou ontmoeten
Jou op een dag begroeten
Op één van onze wegen
Die we zelf plaveiden
Dan zal het lot ons leiden
Dan kom ik je wel tegen
Echte liefde
Dringt door alles heen
Door de dikke burcht van steen
En plotseling ben je gewaar
Dat wat je griefde
Gedachten zijn geweest
Geklonken in je geest
Bevrijd je maar
Want het is niet waar
Het is illusoir
Op de snelweg rijd ik
En als het kan vermijd ik
De files van het spitsuur
Want vanavond speel ik
Zing en deel ik
Het vlammende heilig vuur