O, wat heb ik altijd voor de kat z’n kont geleefd
Nooit eens nagedacht waarom ik nou besta
Altijd kwart voor zeven op
Een beschuitje en een kop
Slappe koffie en dan holde ik m’n neus weer na

’s Avonds kwart voor zes weer thuis
Beetje rommelen in huis
Tot het tijd werd om m’n bed weer in te gaan
Achteraf toch wel een nutteloos bestaan

O, wat ben ik al die tijd ontzettend blind geweest
Voor ontspanning ging ik naar de bioscoop
Op een keer naar een revue
Maar die wekken weet ik nu
Toch alleen maar valse schijn en ongegronde hoop

Achter show en cabaret
Heb ik ook een punt gezet
Want gelukkig heb ik net op tijd beseft
Dat er één ding is dat alles overtreft

Geen film of show
O, no
Ik heb ‘t eindelijk gevonden
Ik ben lid van de EO
Geen vertrossing meer voor mij
De verlossing is nabij
Want als ik het goed begrepen heb
En ik me niet vergis
Is de EO zo gezegd 
Het alleenvertoningsrecht
Van de heer en van de hemel
Waar het altijd juichen is
En dan zing ik tot en met
Afgewisseld met gebed
En de muzikale fruitmand
En een bijbelkennisquiz

O, wat ben ik seksueel toch altijd bot geweest
Als ik zin had, dacht ik: kom ik bel José
Of Annet of Marjolein 
En als die niet konden Hein
En dan was het meestal ongedwongen hupsakee

Maar ’t had geen enkel doel
’t Was alleen een fijn gevoel  
En dat ben je weer vergeten na een uur
Nee,  ’t schenkt je geen voldoening op den duur

Maar dat schenkt god, ja god
Geen behoefte meer aan seks
En aan lichamelijk genot
Nu ik bij de EO ben 
En dus god persoonlijk ken
Is ’t kruis dat ik te dragen heb
Aanzienlijk minder zwaar
En als satan mij verleidt
Wat ie doet van tijd tot tijd
Plak ik bliksemsnel de Visie
Uit de la van het dressoir
’t Is een mooi programmablad
Wat een sterkte geeft me dat
En na tien minuten lezen
Ben ik helemaal weer klaar

O, wat liep ik vaak onnodig in de ziektewet
Een verkoudheid, een ontsteking of een griep
Maar ik dacht dat komt alleen
Van de vervuiling om ons heen
Of omdat ik ’s winters soms zonder jas naar buiten liep

Maar al vriest het dat het kraakt
Als het moet dan loop ik naakt
Alles uit, ik trek me nergens iets van an
 
Alleen van god, ja god
Nooit meer kiespijn of bronchitis of een opgezette strot
Nooit meer hoest of TBC 
Of hardnekkig diarree
God is beter en goedkoper 
Dan ’t beste medicijn
En wanneer ik me bezeer
Nou, dan weet ik dat de Heer
Nu ik werkelijk geloof 
Me wel weer afhelpt van die pijn
Hocus pocus hoge hoed 
En de EO houdt ons zoet    
Met de dominee als goochelaar
En god als z’n konijn

Wees maar dankbaar, lieve vrienden
Dat ik god niet ben
Want dan was er niet veel goeds voor jullie bij
Nee, dan was ik met plezier
Één keer echt zo’n kruidenier
Want dat maken jullie elke keer opnieuw van mij
Die de hele dag noteert
Wie er vloekt of onaneert
En voor straf niet in de hemel komen zal
Nou dat interesseert hem volgens mij geen bal

Want was ik god, ja god 
Nou dan nam ik het niet langer
Dat er met me werd gespot
Ik gaf de allerzwaarste straf
Die ik ooit aan mensen gaf
Mocht je zelf een keer genieten
Van de louterende pijn
Voor je goddeloos gelul
Voor je domme flauwekul
Voor je harteloze smoesjes
En je liefdeloos venijn
En ik zorgde zeer beslist
Dat je met z’n allen wist
Dat ik absoluut geen lid
Van jullie omroep wilde zijn