Kurt Van Eeghem
Kurt Van Eeghem - Des winters als het regent lyrics
Your rating:
Des winters als het regent dan zijn de paadjes diep, ja diep. Dan komt dat loze vissertje al vissen in dat riet, ja riet. Met zijne rijfstok, met zijne strijkstok, met zijne lapzak, met zijne knapzak, met zijne lere, van dirre dom dere, met zijne lere laarsjes aan, met zijne lere, van dirre dom dere, met zijne lere laarsjes aan. Dat loze molenarinnetje ging in haar deurtje staan, ja staan, omdat dat aardig vissertje voorbij haar henen zou gaan, ja gaan. Met zijne rijfstok, met zijne strijkstok, met zijne lapzak, met zijne knapzak, met zijne lere, van dirre dom dere, met zijne lere laarsjes aan, met zijne lere, van dirre dom dere, met zijne lere laarsjes aan. "Wat heb ik jou misdreven, wat heb ik jou misdaan, ja daan; en dat ik niet met vreden, voorbij jouw deurtje mag gaan, ja gaan. Met zijne rijfstok, met zijne strijkstok, met zijne lapzak, met zijne knapzak, met zijne lere, van dirre dom dere, met zijne lere laarsjes aan, met zijne lere, van dirre dom dere, met zijne lere laarsjes aan. "Gij hebt mij niets misdreven, gij hebt mij niets misdaan, ja daan; gij moet mij driemaal zoenen, eer gij van hier moogt gaan, ja gaan.