Kommil Foo
Kommil Foo - ik vrees dat je man het weet lyrics
Your rating:
liefste schattebout, kleine poezeligheid ik bel je liefste, want ik moet iets kwijt niks echt concreet maar toch iets dat me bellen deed niet dat er wat mis zou zijn, ooh integendeel maar d’ er is een klein détail, niks essentieel maar iets dat aan me vreet ik vrees dat je man het weet vanmorgen dronk ik koffie bij het keukenraam en ‘k zie tot m’n verbazing plots een kerel staan midden in m’n rozen, achteraan m’n huis hij is erg breedgeschouderd en struis ik denk ik doe alsof m’n neus bloedt, ‘k gedraag me doodnormaal dus ik steek m’n hand op, yow!... vriendelijk, joviaal maar zijn middelvinger strekt zich, hij komt dreigend naar me toe en z’n lippen, die lippen ‘fuck you’ ach, dat tot daar aan toe, laat dat nog toeval zijn misschien verwart die man mijn tuin met publiek domein en ik ben geen profeet maar ik vrees toch dat je man het weet ik denk... ik negeer hem, geen paniek, geen stress maar dan zie ik uit m’n ooghoek zijn groene battledress in z’n knuistige vuist, volstrekt illegaal een bazooka van zwart roestvrij staal! ik probeer nog te grappen: afghanistan ligt daar maar hij heeft geen gevoel voor humor, hij maakt z’n wapen klaar hij schoudert het monster, trefzeker en bekwaam en richt het op m'n keukenraam ooh je weet m’n lief, ja dat huis van mij m’n eigen nest, m’n trots, m’n levenskarwei ik meld met lichte spijt dat huis is verleden tijd daar lag ik dus, dakloos, bedolven onder steen en ik voelde me, dat geef ik toe, een tikkeltje alleen maar al spoedig zag ik in een flits het relatieve van een huis de kosmos wordt mijn nieuwe thuis dus ik bevrijd me, sta op, loop moedig naar hem toe hoewel lopen een groot woord is, eigenlijk hop ik naar hem toe, maar ik lijk iets te missen, ik voel me wat bedrukt die bom heeft m’n been afgerukt maar ik laat me niet kisten door het deserteren van een been ik ga ‘m op z’n smoel slaan,ik haal uit en meteen blijkt, m’n arm hing los in m’n mouw en verdwijnt nu bij de buren in de schouw maar wat kan mij die arm schelen, een mens heeft er immers 2 dus op 1 been val ik aan, met een sprong, recht door zee de sprong op zich was mooi, maar de landing eerder slecht die zak had een landmijn gelegd ach dat allemaal tot daar aan toe, laat dat dan nog toeval zijn maar de waarheid roert zich meer en meer in m’n brein een waarheid die aan me vreet schat, ik ben bijna zeker dat je man het weet liefste schattebout, ‘t klinkt misschien wat plomp je minnaar is helaas gereduceerd tot romp maar wat ik zeggen wou liefste, die romp houdt van jou en als die liefde wederkerig is, m’n kleine hartendief doe me een plezier, en red me asjeblief je man heeft me begraven, ergens ver weg in een veld 2 meter diep welgeteld al is de toestand ernstig, geen reden tot paniek heb vertrouwen in het wonder der telefoontechniek maar haast je, want ik voel, er is iets dat aan me vreet en het vreet deze keer heel concreet neem de E40, je rijdt Brussel voorbij na een klein uurtje bollen, kom je in de maas-vallei daar zie je een bord met... piep... liefste, dat piepje, dat ik net binnenkreeg zeg niet dat dat betekent... de batterij is bijna... (c) Tekst: Raf & Mich / Muziek: Raf