Ik zet het feest op mijn manier op touw
Wanneer ik trouw
De gasten moeten met plusminus
Honderd witte limousines
Of met koetsjes op het stadhuisplein
Aanwezig zijn

De vrouwelijke gasten zullen
Zich in sluiers moeten hullen
Maar de bruid die mag in spijkergoed
En ik ik in doordeweekse kleren
Maar de overige heren
Moeten allemaal een hoge hoed

Terwijl het bruidspaar uitgezonderd
Iedereen druk wordt bewonderd
En door fotografen wordt bestormd
Moeten zich de gasten even
Door de erehaag begeven
Die nu door het bruidspaar is gevormd

De bruid en ik zijn bij de plechtigheid
De hele tijd
Een beetje buiten aan het lopen
En we lachen want we knopen
Achter elke auto van een gast
De blikken vast

Dan komt de stoet weer door de deuren
Na het deftige gebeuren
En dan lozen wij een lading rijst
Waarvan wij die avond samen
Vrolijk een momentopname
Aan gaan bieden in een grote lijst

En dan doen wij zelfgeschreven
Abc-lied en wel zeven
Sketches en tot slot    
En tot slot mag elke vrouw
Haar boeket de lucht in gooien
En zo doende komt er mooi een
Eind aan het feestje dat ik hou
Wanneer ik trouw