‘k ging gisteravond nog eens op de lappen
En “k raakt met een mokke aan de klap 
Zij was ni wa ge noemt een ferme knappe
Dus mijn ‘kopoepsteker’ bleef te slap
Wat later ondervond ik aan den lijve
Ge houd de kop toch beter recht omhoog 
Ik kan het voortaan oep mijn buikske schrijven
Want zij vertelde het aan heel den toog

‘k was gisteranvond beter thuisgebleven
Dan was er nondedju nikske gebeurd
Ik krijg het onder mijne neus gewreven
Mijn reputatie is door ‘ slijk gesleurd

Ik moest perse weer in de sterke vliegen
Persies of ’t was van de verniet
Dan moet ik alt staan stoeffen en staan liegen
En pap ik aan met eender welke griet 
Zo ongeveer na anderhalve liter 
Schoot ik in volle kroeg mijn broekske uit
Dus gingekik weer af gelak ne gieter
Wat wilde na met zo’n kabouterfluit

‘k was gisteranvond beter thuisgebleven
Dan was er nondedju nikske gebeurd
Ik krijg het onder mijne neus gewreven
Mijn reputatie is door ‘ slijk gesleurd

‘khaal geren een wit voetje bij de vrouwen
Den dezen heeft ook regelmatig ‘toesj’
En lopekik van tijd toch eens een blauwe 
Dan gaan ‘k naar een kabberdoesj
Ne mens kan soems é’n eigen toch vergissen
Ik had zelfs de symptomen niet herkend 
Maar toen zij in de poempbak stond te pissen 
Besefte ik: ’t was nen verbouwde vent 

‘k was gisteranvond beter thuisgebleven
Dan was er nondedju nikske gebeurd
Ik krijg het onder mijne neus gewreven
Mijn reputatie is door ‘ slijk gesleurd