Kameleon, volgens van Dale
een geschubde hagedis
wiens kleur naarmate zijn omgeving anders is
zoals ook ik soms ongemerkt van kleur verander
onder het mom me te verplaatsen in de ander
zelfs bedien van zijn jargon
kameleon

Kameleon, een vlotte babbel
en een grapje rechts of links
een open boek, maar diep van binnen toch een sphinx
een mechanisme, zich door niets te laten raken
geraffineerd genoeg om goede sier te maken
opportuun zonder pardon
kameleon
door zijn aanpassingsvermogen angstaanjagend
altijd kleurloos, God en iedereen behagend
kameleon
kameleon

Kameleon, een korte grijpstaart compenseert zijn korte nek
als-ie iets uitsteekt komt het steevast uit zijn bek
of-ie een ruggegraat heeft zou ik echt niet weten
maar ik weet wel, hij heeft die voor zijn daaglijks vreten
lange kleverige tong
kameleon

Kameleon, wat is veranderlijker dan identiteit
een femme fatale of een spontane gekke meid
ik kan uit honderden persoonlijkheden kiezen
om wie ik zelf ben dan uiteind’lijk te verliezen
in degeen die ik verzon
kameleon
kameleon
kameleon
kameleon




(c) Frans Mulder / Ronald Kool