Er klinkt een wekroep door de ruimte
Die langs de melkweg resoneert
Waardoor op aarde alle leven
Als uit het niet wordt geformeerd

Ontsloten worden alle poorten
Elk dier betrekt z’n eigen grens
Aldus groeperen zich de soorten
En één der soorten is de mens

De mens als naakste van de apen
Maar wel begiftigd met verstand
Een bul een oppermachtig wapen
De mens maakt vuur met eigen hand

Hij leidt de loop van de rivieren
Hij temt de wildste woestenij
Hij sjouwt en ploetert als de mieren
Hij bouwt z’n eigen maatschappij

Kom hier en open alle deuren
Wendt niet de ogen af maar kijk
En zie het hele tijdgebeuren
Gebeurt in feite tegelijk

Er schiet een steekvlam door de ruimte
Die slechts een paar seconden brandt
Nu is er één planeetje minder
Meer is er echt niet aan de hand