Die langs de wegen ging met liedjes en verhalen
en door de wereld van kasteel trok naar kasteel
om er voor edelen in vorstelijke zalen
te komen zingen over liefde en schandalen,
altijd vertrouwd en oud en altijd actueel.

Een guitig deuntje om de meisjes mee te plagen;
een treurig wijsje voor een hart dat minneweit;
een overwinningslied voor helden uit die dagen
of een refreintje om te zingen onder het jagen
of een refreintje ter verdrijving van de tijd.

Was er de koning of de keizer overleden,
nam hij de luit en zong het uit naar alle kant.
En waar het kleine recht der kleinen werd vertreden,
waar gechanteerd werd en gekwanseld met de vrede,
nam hij het woord en droeg het voort door heel het land.

Die langs de wegen ging met liedjes en verhalen,
dat hij mij helpen kon als ik op het toneel
in doorgaans niet zo bijster vorstelijke zalen
moet komen zingen over liefde en schandalen.
En ook het onrecht is nog altijd actueel.