Ga met mij mee in de trein van de tijd,
op die boeiende reis door de eeuwigheid,
dan ben ik niet bang voor wat gaat en wat komt,
om het even hoe grillig de weg zich ook kromt.

Ons bedje ligt echt niet alle dagen gespreid,
op die boeiende reis door de eeuwigheid.
Soms geselt de hagel ons recht in ’t gezicht
en helpt het niet, ook al doe je ’t raam dicht.

Hier doe je wat op; daar raak je wat kwijt,
op die boeiende reis door de eeuwigheid.
Soms raken we rakelings langs een ravijn
en vraag je ontzet: ‘Is dit onze trein?’

Een wondere mengeling van vreugde en spijt,
op die boeiende reis door de eeuwigheid.
Vandaag kan het lente zijn, zonnig en zacht
en morgen valt plots weer de winternacht.

Geen licht zonder schaduw, geen dag zonder strijd,
op die boeiende reis door de eeuwigheid.
De bloem heeft haar kleur en de vogel zijn lied,
maar de wijze mens weet ’t antwoord soms niet.

Ga dan met mij mee in de trein van de tijd,
op die boeiende reis door de eeuwigheid.
Dan blijven we samen, voor eens en voorgoed
in tijd van geluk en van tegenspoed.