Jules De Corte
Jules De Corte - De 5e Mei (En toch ben ik dol op Nederland) lyrics
Your rating:
Er zijn ten onzent geen bergen, geen ongetemde rivieren. Men vindt er geen spelonken en ook geen woud waar het wemelt van de wilde dieren, maar sappige weiden vol vee, dat wel, maar bossen en duinen en zee, dat wel, maar 's morgens je koffie en 's middags je thee, dat wel. En daarom hebben wij ons hart verpand aan het lieve, kleine Nederland, waar bijna geen molens meer draaien - hoe krachtig de winden ook waaien, waar bijna geen plekkie meer vrij is, waar het vriezen kan zelfs als het mei is, waar minstens driekwart jaar de kachel brandt. En toch ben ik dol op Nederland. Wij zijn geen machtige natie: wij hebben niks te vertellen. En deden wij eens echt onze eigen zin, dan kregen we het zwaar te stellen. Wij zijn misschien niet productief genoeg, wij zijn misschien niet vlot en vief genoeg of zijn de belastingen niet progressief genoeg. En daarom hebben wij ons hart verpand aan het lieve, kleine Nederland, waar het wemelt van heilige huisjes, waar het kraakt van beschuitjes met muisjes, waar menige feestdag verpietert, omdat het aan één stuk door gietert, waar het vol met mensen zit tot aan de rand. En toch ben ik dol op Nederland. Wij moeten o zo attent zijn: we zijn op elk gebied kwetsbaar. En vragen wij een gunst of handelsrecht, dan zeggen alle groten: 'Klets maar!' We maken geen grote historie meer, wij hebben geen glanzende glorie meer en zelfs kraait in Alkmaar de haan geen victorie meer. En daarom hebben wij ons hart verpand aan het lieve, kleine Nederland, waar iedereen goed heeft te eten en bijna de tijd is vergeten dat niemand in Nederland vrij was tot eindelijk de oorlog voorbij was. We leven nu weer aan de saaie kant. En toch ben ik dol op Nederland.