Op zek're dag liet ik een vreemde man m'n revolver zien
Hij vroeg me: "Beste kerel, staat je naam daar ook nog op misschien?"
En toen ik 'ja' gezegd had pakte hij me vlug het wapen af
"Handen hoog meneer, en tot ziens maar weer."
 
Toen dacht ik: "Kijk, dat heb ik nou, da's mijn gebrek."
'k Liet wel niets merken maar ik stond voor gek, maar ik stond voor gek
             
De dag daarop heeft toen m'n vrouw voor mij direct een krant gekocht
Ze zei: "Je hebt de bank beroofd en daarom word je nou gezocht."
Ze vonden je revolver want die liet je leggen bij 't loket
Huilend zei ze zacht: "Wie had dat verwacht."

Toen dacht ik: "Kijk, dat heb ik nou, da's mijn gebrek."
'k Liet wel niets merken maar ik stond voor gek, maar ik stond voor gek
             
In de gevangenis kwam op bezoek die zelfde vreemde man
M'n vrouw was bij 'm en ze had een splinternieuwe bontjas an
Ze zei: "We hebben een paar sinaasappels voor je mee gebracht."
En toen zei die man: "Eet er lekker van."
 
Toen dacht ik: "Kijk, dat heb ik nou, da's mijn gebrek."
'k Liet wel niets merken maar ik stond voor gek, maar ik stond voor gek
             
De dag dat ik gehangen werd brak eerder aan dan 'k had gedacht
D'r waren veel meer mensen dan 'k aanvankelijk nog had verwacht
Ik vroeg nog aan de beul of hij er snel 'n eind aan maken kon
Hij trok iets te gauw en toen brak het touw
 
Toen dacht ik: "Kijk, dat heb ik nou, da's mijn gebrek."
'k Liet wel niets merken maar ik stond voor gek, maar ik stond voor gek


(c) Rijk De Gooyer