Niet springen, Jan.
Je moet je narigheid verdringen, Jan.
Probeer jezelf nou te bedwingen, Jan.
Ga van dat dak af, Jan.
Vooruit nou, Jan.
Wat wil je dan?
Hè, toe nou, Jan,
ga alsjeblieft niet springen!

Wat zeg je, Jan? Wat is er loos met het ‘pobeu’?
Nee, ik versta je al, jazeker: het milieu!
En hoe dat moet? Ja, wat een vraag…
Wat zeg je nou? De ozonlaag?
Goed, al die spuitbussen van ons die gooi ik weg,
maar ga naar binnen, Jan. Ach, doe toch wat ik zeg.

Niet springen, Jan.
Er zijn nog zoveel mooie dingen, Jan.
Denk aan de bloesem van seringen, Jan.
Ja, die bestaat nog, Jan,
daar hield je van.
Eh, daar hóu je van,
dus kom nou, Jan,
ga alsjeblieft niet springen!

Wat is er nu weer, Jan? De rechten van de vrouw?
Het feminisme een bedreiging? Zeg, kom nou!
Maar het is goed, je krijgt je zin:
nee, Coby komt er niet meer in.
Echt, ik beloof het: minder vrouwen bij ons thuis.
Ik doe mijn moeder nog vandaag in een tehuis.

Niet springen, Jan.
Stel nou eens dat we je niet vingen, Jan.
Daar krijg je hele vieze kringen van.
Dat wordt een zwijnepan,
dat moet ik dan
met Spik en Span
weer schrobben, Jan.
Nee, alsjeblieft niet springen!

Wat heb je nou? De NAVO graaft zijn eigen graf?
Ja ja ja, dat is waar, Jan. Ja, je wilt eraf.
Je wilt eraf? Nee, hou je vast!
O, van die wapenoverlast.
Nee nee, ik snap het, Jan, maar het kan toch zeker. Lief,
we schrijven Luns vanavond nog een boze brief.

Niet springen, Jan.
Zal ik misschien iets voor je zingen, Jan?
Ik ken een massa leuke dingen, Jan,
zoals de mosselman.
Jazeker, Jan,
Dat is… O, Jan,
ik zing al, Jan.
Beloof me: niet gaan springen!

Wat is er nou nog, Jan? O God, de monarchie…
Nee, Hendrik was geen onecht kind van Willem III…
Nee, rode hond, geen gonnoroe…
Hè, hou nou op, ik vind het sneu!
Ik zal het doen, hoor jongen, maak je niet zo druk.
Echt, die kalender gaat eruit, die scheur ik stuk.

Niet springen, Jan?
We zouden toch naar tante Inge, Jan?
Naar tante Inge en oom Dingeman?
Pak de agenda dan.
Dat staat toch, Jan?
Dat moet toch, Jan,
dus kom nou, Jan.
Ik sta om je te springen!

Nee nee, niet springen, Jan!
O, als je echt zo staat te dringen, dan
weet ik ook nog wel een paar dingen, Jan!
Neem Ronald Reagan dan
of Breznjev, Jan,
die charlatan
Komeini dan,
die aartstiran
Videla dan,
de toestand van
Afghanistan,
de zakenman-
nen van Japan,
het groeiend van-
dalisme dan,
Cambodja, Jan,
of Pakistan,
de achterban
van Aantjes dan,
de Kukluxklan,
de Ombudsman,
de VARA van
Jan Nagel, Jan.
Je ziet toch, Jan,
de wereld staat op springen!

Net wat ik dacht: hier kan hij echt niet tegenop.
Hij heeft er spijt van nu, hij slaat zich op zijn kop.
Hij pakt de lift, wat een genot.
Het gaat wel langzaam, maar so what?
Zo gaat het steeds, het pakt hem allemaal zo aan.
Ach, hoeveel keren zal ik hier nog moeten staan?

Niet springen, Jan.
Het is een wereld om te wringen, Jan.
Ja, al vanaf de Karolingen, Jan.
Maar Jan, wat wil je dan
dat alles, Jan,
verandert, Jan?
Dat kan niet, Jan.
Dat kan niet, man!
Dan blijf je aan het springen!

Jan!!!