Ik weet niet, hoe moet ik verdragen
Dat alles zo saai is en stil
Misschien moet ik opa eens vragen
Of hij me wat opbeuren wil

Mij opa zit op z’n gemakkie
Te paffen zo hard als ie kan
Ach, opa, dat houten bakkie
Vertel me daar nog eens van

Er was eens een zielige opa
Bij dochterlief woonde hij in
Omdat ie geen flatje kon kopen
En alles ging goed in ’t begin
-Omdat ie geen flatje kon kopen
En alles ging goed in ’t begin

Maar opa ging bibberen en beven
En morste zijn havermout
Toen moest ie in ’t kippenhok leven
En at uit een bakkie van hout
-Toen moest ie in ’t kippenhok leven
En at uit een bakkie van hout

Haar zoontje op zolder zag het
Vlak onder het krakend gebint
En zaagde en timmerde dat het
Een lieve lust was, mijn kind

“M’n jochie, wat doe je daar boven”
“Ik maak vast een bakkie voor jou”
De moeder zij kon ’t niet geloven
En schreide van bitter berouw
 -En schreide van bitter berouw