Ze hebben uitgerekend
Nog plus minus dertig jaar
En de mens wordt afgeschaft
Hetgeen nu niet betekent
Dat een kwaaie God ons daar
Met zijn laatste oordeel straft
Nee, over dertig jaren rond
Dan stijgt het vuil ons tot de oren
En ’t gaat ons met z’n allen smoren
Totdat we stikken in de stront

   Dertig jaar 
Nog even tijd om ‘m te rekken
Wat is nou dertig jaar
Om al je zonden goed te maken
Zo alles wat je ’n ander aan hebt gedaan
Daar is geen beginnen aan
Dertig jaar
Het lijkt heel wat, maar ’t is maar even
Nog dertig jaar
En voor het menselijke leven
Is alles voorbij
Och, ik voor mij
Het zal me niet hinderen
Maar in vind ’t wel zielig voor de kinderen

Hoe gaat de mens ten onder?
Fantasie van eeuwen her
Zwoel van noodlot of van strijd
Een God met vuur en donder?
Of een botsing met een ster?
Of een vleug heldhaftigheid:
Een interplanetair gevecht
Maar of de duvel ermee speelde
De stront van onze eigen weelde
Verzwelgt ons roemloos en terecht

   Dertig jaar 
Nog even tijd om ‘m te rekken
Wat is nou dertig jaar
Om al je zonden goed te maken
Zo alles wat je ’n ander aan hebt gedaan
Daar is geen beginnen aan
Dertig jaar
Het lijkt heel wat, maar ’t is maar even
Nog dertig jaar
En voor het menselijke leven
Is alles voorbij
Och, ik voor mij
Het zal me niet hinderen
Maar in vind ’t wel zielig voor de kinderen

’t Is haast niet voor te stellen
’n Aardbol met geen mens erop
De insecten aan de macht
Je kunt alleen voorspellen
’n Sluipwesp met een Nixonkop
Die de rooie mieren slacht
En in de hemel zit vermoeid
De mens een beetje na te zeuren
Totdat ook daar de ingenieuren
Het leven hebben uitgeroeid


   Dertig jaar 
Dan is ’t ook daar weer woningruilen
Want binnen dertig jaar
Zal ook de hemel gaan vervuilen
Met al die snelle jongens van de industrie
Van reclame, van chemie
Dertig jaar
Om bij bazuinmuziek te galmen
Slechts dertig jaar
Amper genoeg voor alle psalmen
En weer is ‘t voorbij
Och, ik voor mij
Zal daar niet om jengelen
Maar toch blijft ‘t  zielig voor de engelen