Op het schoolplein loop jij mijn kant uit,
maar je kijkt niet eens naar mij.
Ik trek jouw aandacht
met een glimlach,
maar je loopt me straal voorbij.

Zie je mij nog wel zitten?
Of is het al weer zo ver
dat je mij niet eens meer opmerkt?
Hoor ik al bij het meubilair?

In de kantine drink jij een cola.
Ik zeg: ‘Geef me dan een slok.’
Als jij je omdraait
en naar een vriend zwaait,
is je cola bijna op.

Zie je mij nog wel zitten?
Of is het al weer zo ver
dat je mij niet eens meer opmerkt?
Hoor ik al bij het meubilair?

Ben je na drie weken
al op me uitgekeken?
Of is het een misverstand?
Is er dan echt niks aan de hand?

Zie je mij nog wel zitten?
Of is het al weer zo ver
dat je mij niet eens meer opmerkt?
Hoor ik al bij het meubilair?

Hé, ik praat tegen jou!

Stik!