Man, wat ben ik moe,
mijn lichaam lijkt van lood.
Ik ga nergens meer naartoe,
nee, ik verzet geen poot.
Ik heb zojuist gezien
hoe hard mijn cellen moeten werken
om mijn lijf te laten groeien
en mijn spieren te versterken.
Man, man, man,
wat een overgang.

Je verandert van een jongen
in een man, man, man.
Ma ma ma ma ma ma man.

Man, wat ben ik moe.
De baard komt in mijn keel.
Denk jij dat ik niks doe?
Ach, weten jullie veel.
Ik lig hier op de bank
miljoenen zaadjes aan te maken.
Ik krijg ook een adamsappel
en wat baardgroei rond mijn kaken.
Man, man, man,
wat een overgang.

Je verandert van een jongen
in een man, man, man.
Ma ma ma ma ma ma man.

O man, wat ben ik moe,
ik slaap straks als een os.
Zelfs als ik dít doe,
dan ben ik al total loss.
Ik ga in winterslaap,
gelieve mij dus niet te storen.
En als je in het voorjaar terugkomt,
vind je mij weer als herboren.
Man, man, man,
wat een overgang.

Hij verandert van een jongen
in een man, man, man.
Ma ma ma ma ma ma man.