Wie wil er nou geen held zijn
voor wie mijn hard applaudisseert,
die wordt bejubeld en vereerd
door iedereen?
Je redt een kindje uit de gracht
en brengt een oudje over straat.
Je doet een keer een goede daad
en bent er een.

Wie wil er nou geen held zijn,
die de slechterik verslaat?
Je redt een hondje nooit te laat
uit een brandend pand.
En dan krijg je een medaille
van de gemeenteraad,
een stevige hand
en je foto in de krant.

Maar de echte helden zitten in het donker,
voor de echte helden is het altijd nacht.
Een echte held wordt opgesloten,
alleen omdat hij zij wat hij dacht.

De zwemmers krijgen zilver
en de turners krijgen goud.
Elke popster heeft een hele horde
fans die van hem houdt.
Helden krijgen bloemenhuldes,
men zingt voor hen een lied,
maar de echte grote helden
zie je niet.

Want de echte helden zitten in het donker,
voor de echte helden is het altijd nacht.
Een echte held wordt opgesloten,
alleen omdat hij zij wat hij dacht.

Hoe kan je hier in Holland nou een held zijn?
Er staat toch eigenlijk nooit wat op het spel?
Al schreeuw je hele dagen van de daken,
toch gebeurt er niks, schor word je wel.

Maar in een land waar dat niet mag,
waar je bang bent elke dag
voor arrestaties en geweld,
daar ben je als je ademt al een held.