Dagboek in de nacht,
al wat mijn leven
ooit heeft opgebracht
staat hier beschreven.
Alles wat ik dacht,
is in dit boek verwoord.

Ieder is op stok
behalve ikke,
zittend bij de klok
die door bleef tikken.
Dus ik neem een slok
en schrijf gestadig voort.

Al mijn lief en leed,
al mijn misère waar
de wereld niet van weet
en dat mijn meisje mij
met rotte peren smeet
en me telkens beet.

Volgeschreven zijn je bladen,
dus het einde laat zich raden.
Dagboek van de nacht,
de taak is thans volbracht.

Ach, de pen ontvalt mijn vingeren
en de klok gaat trager slingeren.
Dagboek van de nacht,
rust nu maar zacht.