Nog niet zo lang geleden
stond ik op het station in Utrecht
hou een taxi aan
uit de taxi stapt mijn oude buurjongen
Max Bluhm,
een hippie van een jaar of 55
een kruising tussen Frank Zappa
een asbak en een vlaflip.
Toen hij mij zag staan, zei hij:
Manus!
Manus, is jij dat?
Je ziet er nog patent uit voor je age.
Leg je nog steeds in de muziek.
Ken je nog niet stil gaan leve dan?
Is dat een kind van jou
in die Slechte Tijden serie?
Commerciële tietjes hep ze, Manus.
Ik heb ook een zoon,
wis je dat?
Een neo-prof.
Da's heel iets anders dan neo-nazi.
Toch?
't Is een beginnend coureur
een belofte.
Hij hep nog never wat gewonne,
maar hij hep verschrikkelijk goeie bene,
zegt-ie.
Ach God, Manus,
ik hep zo met dat pikkie te doen.
Hij kwam van de week kwam die thuis,
was naar een technoparty geweest,
had de hele nacht staan schokken,
schudden en staan shaken,
kwam als een yoghurtfles thuis,
helemaal op tilt.

Was met een mokkeltje was ie naar bed geweest,
had die vergeten om een condoom
over z'n stramme Max te trekke,
had ie schrik die ie sero-positief geworden was.
Zijn we naar de huisarts geweest,
hebbe we een uitstrijkje laten maken,
hebbe ze op kweek gelegen
maar we hebben geen uitslag.
Nou zit ie helemaal in de stress
achter z'n computer te surfe
in 't Internet, zeg hé, Manus.
't Is wat,
a' je vandaag aan de dag verliefd wordt, Manus,
ben je in levensgevaar,
weet je dat?
't Is toch wat?
't Jochie staat met zo'n tam,
mot d'r eerst een stuk zeil mot d'r overheen!
't Is grof, wis je dat, Manus?
Vind 't heel grof.
't Is toch frustrerend, Manus.
Hep zo'n jochie hep geen condoom bij zich,
mot ie aan zo'n mokkeltje vragen:
zeg mokkeltje, hep jij misschien een condoom bij je?
Hep zo'n mokkeltje geen condoom bij zich!
Mot ie een naar een automaat,
hep die geen klein ...
hep jij misschien kleingeld bij je, mok ...?
Hep 't mokkeltje geen klein ...
sta je toch voor lul, Manus!
Gaat die handel gaat toch down!
Dat hep met romantiek toch geen fuck
meer te maken, Manus.
Dat is toch allemaal niks!
God o God.
En dan komt zo'n pikkie komt klaar,
hep die eindelijk zo'n ding d'r omheen,
na een uur of drie,
krijgt ie 't meteen terug!
Dat mot toch kenne spreide, Manus.
Dat mot toch uit je buik kenne knalle,
uit je kop kenne explodere,
je mot dat toch niet meteen terugkrijge, Manus!
't Is toch geen ping-pong.
Dat is toch niet teder.
Da's toch fuck, man.
Je mot die wandjes toch kenne voele, Manus.
Ik vind 't grof,
vind 't ontzettend grof.
Da's toch vreselijk voor die gasjes today.
Manus, de hele kosmos hangt vol met kutvirussen,
't is een hele grote bacterie.
'k Heb laatst me vader naar 't ziekenhuis gebrach
voor een hartattack,
kom ik thuis met een ziekenhuisbacterie!
Ik vind dat grof, heel grof.
In our days, Manus,
in de flower-sixties,
was toch super, man?
Wat toch een hele grote wip,
of niet dan?
Was toch een totale sop,
of niet dan?
Ging je toch buikie-in, buikie-uit,
buikie-in, buikie-uit?
En Manus, tell me,
wat kon je dan oplope in those days?
Pukkeltje op je eikel was toch alles, niet dan?
Kon je toch met een vlakgommetje
zo wegstuffe, of niet dan?
Dee je wat uierzalf op 't koppie,
plooide je 'm weg as een loempiaatje
achter 't gulpie
was toch alles in orde, Manus?
Kon je toch zo weer gebruike,
was ie toch weer hapklaar, toch?
Vind 't grof.
Is toch verschrikkelijk voor die jonge gasjes,
is toch klinisch geworde, Manus?

Leg je nog in de muziek, of niet?
Muzikaal is toch ook een hele grote fuck
of niet dan?
Muzikaal is toch een soort ramp?
Ungh, ungh, ungh, ungh,
daar krijg je toch de vliegende schijt van,
of niet dan?
Dat loop toch zo uit je broekspijp
je sandale in.
Grof vind ik 't,
fuck toch in mekaar, joh, zeikbal,
of niet dan?
Sinds de dood van Jimi Hendrix
is mijn muzikale melkweg helemaal
in mekaar gestort, weet je dat?
Naina Simone
hep nog even een waakvlammetje
in stand gelege,
maar daarna was 't over.
Kon geen gaspenning meer kwijt,
zo'n fuck is 't today,
een hele grote fuck.
Wat hep je dan vandaag nog?
Prince?
Ach, flikker toch in mekaar, zeikerd.
Dat is a' je 't mij vraag
een te heet gewassen Pinocchio, joh,
as je 't mij vraag!
Die hele Prince.
Wat hep ie dan today nog meer?
Michael Jackson?
A' je een keer kuch
flikkert die toch uit mekaar,
't pikkie.
't Is toch net een pannelap, die gast.
Alles groeit bij dat pikkie
behalve z'n stembandjes toch.
Vind 't net Flipje,
of niet dan?
Ze motte em in een pot stoppe,
in Tiel,
dekseltje d'r op, weet je wel,
van die gaatjes d'r in,
en met een blaadje en een rupsje wegzette
in een zuurstofkamertje.
Fuck toch in mekaar,
't is grof, joh.

Manus, ken je mijn wijf nog,
Truus, van 47-B?
Ken je Truus nog
van die lantaarnpaal?
Met die eh ...
Ben 'k mee getrouwd, zeg hoe vin je die, hé?
Ze is dood, zeg, is ze.
Gestik in een kaassoufflé,
hoe vin je die, zeg, hé?
Bleef zo dwars in d'r strot steken, zeg, hé.
't Was net een vogelbekdier, Manus.
Net een Papoea Pigmee, zeg,
alleen die kluif ontbrak nog op d'r harses,
zeg Manus.
Ach God, zeg.
Manus, we hebbe d'r gecremeerd.
Da's "in" tegenwoordig.
De as heb ik symbolisch uitgepoederd
bij het Pannekoekehuis
bij Renouwe in het Wilhelminapark.
Kreeg d'r as eerst niet mee
van m'n eige wijf.
Mos ik ruzie make om de as van m'n eige wijf.
Ik zeg:
Geef hier die as
voor ik jou in de fik steek, pyromaan.
Fuck op, man,
van me eige wijf.

Ik zat een keer bij het Pannekoekenhuis
achter een soort UFO van een pannekoek,
gigant van een pannekoek,
en ik wilde 'm een beetje verwitten,
alpineren,
maar ik had geen pannekoekenpoedersuiker
toen zag ik Truus zitten
en die zat zo'n beetje Zuidamerikaans Cubaans te shaken
zat ze zo, met die pot ...
en ik zeg: kenne we tausche?
Hebbe we getauscht
en zijn we bij mekaar gebleve.
'n Beauty.
'n Beest,
tijgerin
was ze in bed, tijgerin!
... Kwame op je af, Manus.
Als ze in opwinding stond
had ze zukke tepels.
Kon je je overhemd aan ophange, zeg, hé.
Ach God, Manus
ze is hardstikke dood, zeg, hé.
Hé Manus, ze was gek van jou,
weet je dat?
Ze hep al je plaatjes hep ze grijs gedraaid.
Ik vond d'r never 'n fuck an,
tureluurs werd ik d'r van,
maar ze zei: je bent never
aan Manus toegekomen,
zei ze altijd tegen mij.
Grof, grof vind ik 't.
Ze vond je ook aantrekkelijk.
Hoes't mogelijk, aantrekkelijk,
hé, Manus!
Hé Manus, op de crematie
hebben wij een moppie van jou gespeeld
"Waar blijft de tijd?"
hebben we gespeeld,
op de crematie.
Ze vond 't zo mooi!
Ze gaf je nog een extra pluimpje
de schat, hé.
't Was net kleine Hiawatta, toch, hé?

Manus,
ik mis dat wijf,
wis je dat?
Ik weet niet
hoe ik er mee moet omgaan, Manus.
Ik he't een hele grote bek,
maar ik ga d'r aan kapot.
't Ken gebeure dat ik 's avonds bij te televisie zit
en om koffie vraag.

Hé, Manus,
ken je mij niet matse?
Dan rij ik je door die hele kutstad rij ik je heen,
gratis en voor nop.
Laat ik je de Maliebaan zien,
die is nog helemaal goed,
Hooggrave laat ik je zien,
Oog in Al laat ik je zien
ik laat je dat fuck nieuwe station laat ik je zien,
ik laat je de hele shit laat ik je zien.
A' jij voor mij dat moppie nog een keer kan zinge.
Als een soort memory, Manus.
't Was zo'n mooi wijf, Manus.
Ga dan op de achterbank zitte,
in het midde,
dan ken ik 't hore ...

... in stéréo.