Lalala…

Hij is de man die alles kan
Wie zou het zijn? ’t Is de kastelein
En met die lach, die gulle lach
Is hij de koning van de nacht
Zo in z’n sas (zo in z’n sas), vult hij je glas (vult hij je glas)
En dagen lang is niks te dol
Hij is gezellig voor de mensen en voldoet aan al je wensen 
Maar hoe houdt die dat nou vol?

Hoe zou het zijn met de kastelein?
Hoe zou het met de kastelein zijn?
Elke dag is het feest, gaat tekeer als een beest 
En zet de glazen op een rij 
Hoe zou het zijn met de kastelein?
Hoe zou het met de kastelein zijn?
Altijd leve de lol, slaat z’n hoofd niet op hol
Hoe houdt de kastelein het vol?

Hij is de held, de grote held
Wie zou dat zijn? ’t Is de kastelein
Hij is je vriend, je beste vriend
Je krijgt precies wat je verdiend
En ’s avonds laat (en ’s avonds laat) 
Dat is het raak (dan is het raak)
Een rondje voor de hele zaak
Met z’n vrouwtje in de keuken 
Wordt het feest alleen maar leuker 
Maar hoe houdt die dat nou vol? 

Hoe zou het zijn met de kastelein?
Hoe zou het met de kastelein zijn?
Elke dag is het feest, gaat tekeer als een beest 
En zet de glazen op een rij 
Hoe zou het zijn met de kastelein?
Hoe zou het met de kastelein zijn?
Altijd leve de lol, slaat z’n hoofd niet op hol
Hoe houdt de kastelein het vol?

Lalala…

Hoe zou het zijn met de kastelein?
Hoe zou het met de kastelein zijn?
Altijd leve de lol, slaat z’n hoofd niet op hol
Hoe houdt de kastelein het vol?
Altijd leve de lol, slaat z’n hoofd niet op hol
Hoe houdt de kastelein het vol?
Proost!