Als je wou werd ik een boot juist even groot of even klein
Als jij had gewild dat hij zou zijn
Als je wou werd ik een schip op een klip of op het strand
Vergaan en uitgebrand

   Ik werd een klipper, een kotter, een botter, een tjalk, 
Een vrijheid, een rijnaak, een draak of een valk 

Als je wou werd ik een jacht door voor de nacht de purperen maan
Als had ik dat al zo vaak gedaan
En de wind speelde gitaar met jouw haar de gouden vlag
Van de aangespoelde dag

   Ik werd een klipper, een kotter, een botter, een tjalk, 
Een vrijheid, een rijnaak, een draak of een valk 

Zelfs een kruiser kon ik zijn vol venijn, vol schroeien lood
Een op z’n zondags geklede dood
En de zee, het land, de lucht hadden gezucht, ja zelfs gerild
Als jij dat had gewild


   Nu ben ik klipper, noch kotter, botter noch tjalk, 
Geen vrijheid, geen rijnaak, geen draak en geen valk
Maar een zuipschuit