Als ik met mijn beer uit ’t wandelen ga
Dan oogt hij alle bijen na
De dar, de bijen en de hommel
De dar, de bijen en de hommel
De dar, de bijen en de hom brom, brom
brom, brom, brom, brom
brom, brom, brom, brom
brom, brom, brom, brom, brom, brom

Bij hun kleuren zwart en geel
Stijgt zacht geneurie uit zijn keel
De  dar, de hijen en de bommel 
De bar, de hijen en de bom  brom, brom
brom, brom, brom, brom
brom, brom, brom, brom
brom, brom, brom, brom, brom, brom

Waarom mag beer zo gaarne lijen
De ham, de borrel en de dijen
De bar, de dijen en de hommel
De har, de hijen en de hom brom, brom
brom, brom, brom, brom
brom, brom, brom, brom
brom, brom, brom, brom, brom, brom