Steen, steen, hoe kom ik door je heen?
Kei, kei, luister toch naar mij.
Steen, steen, ik ben moederziel alleen.
Kei, kei, laat me toch voorbij.

Daarachter is de schaduw van de huizen van de stad
en ik heb de dingen teruggezien waarnaar ik heimwee had,
maar ik hoef niet meer zo nodig, nee, ik hoef niet meer zo erg.
Laat me weer door je heen gaan,
laat me hier niet alleen staan,
laat me weer door je heen gaan, berg.

De smaak van pap en boekweitbrood, ik heb hem weer geproefd
en ik heb mijn voordeur aangeraakt. Ik ben niet meer bedroefd.
Maar ik heb hier niemand nodig, nee, ik hoef niet meer zo erg.
Laat me weer door je heen gaan,
laat me hier niet alleen staan,
laat me weer door je heen gaan, berg.

Gruizel, Gruizel Gruis!
Ik ben Niff, de maan kust mij!
Nix Assia!
Ambtenaar Ogterop Deux!

Steen, steen, hoe kom ik door je heen?
Kei, kei, luister toch naar mij.
Steen, steen, ik ben moederziel alleen.
Kei, kei, laat me toch voorbij.

Ik zie de lage daken daar, maar ik zie geen kasteel.
Ik heb hier mee te maken, maar toch ook weer niet heel veel.
Nee, ik hoef niet meer zo nodig, ik hoef niet meer zo erg.
Laat me weer door je heen gaan,
laat me hier niet alleen staan,
laat me weer door je heen gaan, berg.

Ik heb de mensen weer gezien, het hoeft van mij niet meer.
Wanneer ik hier naar boven kijk, zie ik de Grote Beer… o nee, Kleine Beer…
Maar ik hoef niet meer zo nodig, ik hoef niet meer zo erg…
Berg….

Steen, steen, hoe kom ik door je heen?
Kei, kei, luister toch naar mij.
Steen, steen, ik ben moederziel alleen.
Kei, kei, laat me toch voor…

Aan wakker liggen heb je niets,
doe je ogen dicht dan.
Slapen is tenminste iets…