[Intro]

[Verse 1]
Naast de flat, daar staat een bankje,
Vroeger stond de tijd daar stil,
Hij is er omheen aan het dansen,
Zij vraagt aan hem wat ie wil,
In de zomer gaat het prima,
In de winter wordt het kil,
Dan komen zijn demonen boven,
En wordt het hem al gauw te veel.

[Pre-Chorus 1]
Bij z'n vrienden is ie niet meer welkom,
Dus werkt ie dag en nacht maar door,
En zij maakt zich al maar meer zorgen,
Want zo kan het niet langer door,
Hij zwoegt en hij blijft lachen,
En soms zegt hij wat ie voelt,
Hij voelt zich minder dan een ander,
En het is nooit slecht bedoeld.

[Chorus]
Samen tegen elkaar,
Samen tegen elkaar,
Samen tegen elkaar,
Samen tegen elkaar . . .

[Verse 2]
Zij is vaak boos om kleine dingen,
Haar eigen pa, die was er niet,
Haar moeder hield van liedjes zingen,
Net zolang totdat ze sliep,
Vroeger stond ze vaker stil,
En kon de tijd haar niet raken,
Nu zit ze niet meer aan de pil,
En wordt haar vriendje straks een vader.

[Pre-Chorus 2]
Bij haar vrienden is ze niet meer welkom,
Want zij kiest toch altijd voor hem,
Hij wordt bang van al haar liefde,
Zij hoort zijn angst in zijn stem,
Ze zwoegt en ze blijft lachen,
En soms zegt ze wat ze voelt,
Ze voelt zich minder dan een ander,
En het is nooit slecht bedoeld.

[Interlude]

[Chorus]
Samen tegen elkaar,
Samen tegen elkaar,
Samen tegen elkaar,
Samen tegen elkaar . . .

[Outro]
(Samen tegen elkaar),
(Samen tegen elkaar),
(Samen tegen elkaar),
(Samen tegen elkaar),
(Samen tegen elkaar),
 (Samen tegen elkaar).