Me de wind op kop op het grote blad
Zestien op een rij
Iedere zondag komen ze voorbij

Langs 't kanaal, door 't bos, over 't elsenpad
Buitenum langs de Duitse hei
Ze zen dan geen twintig meer
Mar samen zen ze vrij
En gin mens ziet de tranen op Jo zenne wang
Tranen op Jo zenne wang
Niemend die heurt hoe zacht dat die jankt
Heul deze middag lang

Me de wind op kop op het grote blad
Aanzetten, afzien, pijn
Iedere zondag komen ze voorbij

Kijk ze daar es gaan, karavaan
Jo achteraan, steken in z'n zij
Hij zou irst nie gaan 
Sluit maar nie aan
Jo houdt ze nie bij

   Me de wind op kop op het grote blad
Lossen, snokken, pijn
Iedere zondag komen ze voorbij

En vandaag is het dan precies een joar
Da Marlies nie weiter wou
De twiling mee op de achterbank
Want ik voel niks meer voor jou

   Me de wind op kop op het grote blad
Sprinten, spurten, pijn
Iedere zondag komen ze voorbij

Kijk ze daar es gaan, karavaan
Jo achteraan, steken in z'n zij
Hij zou irst nie gaan 
Sluit maar nie aan
Jo houdt ze nie bij

Me de wind op kop op het grote blad
Stoempen, jagen, pijn
Iedere zondag komen ze voorbij

Mar dan knijpt dikke Willem in Jo z'n kont
En hij lispelt in z'n oor
"Was ik een wijf dan wis ik het wel"
En hij douwt m een end naar voor  

Me de wind op kop op het grote blad
Zestien op een rij
Iedere zondag komen ze voorbij

Kijk ze daar es gaan, karavaan
Jo achteraan, steken in z'n zij
Hij zou irst nie gaan 
Nou sluit hij aan
Jo is er weer bij

Me de wind op kop op het grote blad
Zestien op een rij
Iedere zondag komen ze voorbij

Ze zen dan geen dertig meer
Mar efkes zen ze vrij
Ze zen dan geen veertig meer
Mar samen zen ze vrij