Frits Lambrechts
Frits Lambrechts - Ballade van de twee oudjes lyrics
Your rating:
Voor het eerst had hij haar aangesproken Beneden in de grote zaal Z'n stoel wat dichter aangeschoven En hij deed er z'n verhaal Hij was in 't bejaardenhuis gegaan toen hij ie werd gepensioneerd Want het idee alleen te staan had hem steeds al gefrustreerd Ze had hem eerst wat laten praten Dronk wel het drankje dat ie bracht Ze voelde zich zo opgelaten Maar later heeft ze op 'm gewacht Attent heeft hij haar ondersteund omdat ze niet zo goed meer liep En buiten voor haar kamerdeur heeft ie staan wachten tot ze sliep Het was ineens weer teruggekomen Dat heerlijke gevoel dat ie al afgeschreven had Z'n bloed begon weer snel te stromen Maar ja, tachtig, het was niet lang meer dat hij te leven had Die nacht heeft zij lang liggen woelen Het licht steeds aan en uit gedaan Z'n warme hand kon ze nog voelen Haar lichaam leek in brand te staan Het was maar net een jaar geleden dat haar man was heengegaan En voor z'n foto op de schoorsteen had ze even stilgestaan Toen hij haar 's morgens af kwam halen Te vroeg met een gejaagd gevoel Heeft ie minuten lang staan dralen Zij zat al uren in haar stoel Die dag hebben ze samen doorgebracht; hij week niet van haar zij Z'n arm beschermend om haar heen; ze voelden zich alleen maar blij 't Was ineens weer teruggekomen Dat heerlijke gevoel dat ze al afgeschreven had Haar bloed begon weer snel te stromen Nou ja, zeventig, het was niet lang meer dat zij te leven had Die nacht is hij bij haar gebleven Heel lief had hij het 'r gevraagd Het jawoord heeft ze hem gegeven Haar stem klonk moeilijk en gejaagd Die avond zaten ze intiem en heel gelukkig bij elkaar En met z'n rimpelige hand doorwoelde hij d'r grijze haar Hij is haar langzaam uit gaan kleden Heeft 'r voorzichtig neergelegd Toen zijn ze naast elkaar gegleden En hebben verder niets gezegd Ze hebben het met elkaar gedaan als gold het de allereerste keer Het ging alleen wat kalmpjes aan, want echt zo vlug hoefde niet meer Ze hadden het gevoel weer terug gekregen Dat razende verlangen waar het hart van overslaat Dat ze jarenlang steeds terug hadden gedreven Want op die leeftijd past het niet en bovendien het schaadt Maar 's morgens toen ze naast elkaar ontwaakten Door het zonlicht dat brutaal op hun lichamen ging staan Stond ie op om een kopje thee te maken En de dag begon als altijd van voren af aan