Toen ik jong was, werd de kapper
op een goede dag ‘coiffeur’,
maar er stond een paar jaar later
toch weer ‘kapper’ op zijn deur.
Zelf ligt hij nu in de kist
en zijn zoon werd ‘hairstylist’.

Na een zekere periode
is ook dat weer uit de mode.

‘Om te lachen’ werd ‘hilarisch’
en ‘een beetje’ werd ‘een stuk’.
En het is uit ‘een stuk ambitie’
dat men ‘hectisch’ zegt voor ‘druk’.
‘Tjeempie’, ‘knal’, ‘te gek’ en ‘gaaf’
klinken haast al weer te braaf.

En het woord ‘jottem’ is verboden.
Alles raakt weer uit de mode.

Kleren van bepaalde merken,
o, daar kon je niet om heen.
Als je die niet kon betalen,
was je op school verdomd alleen.
Achteraf is het flauwekul,
want dat felbegeerde spul

heeft nu niemand meer van node.
Zo raakt alles uit de mode.

Soms besef je pas na jaren
op een helder ogenblik:
dit was echt en dat was onzin,
dat was mode, dit was ik.
Het is of het jaar waarin je leeft
een geheimschrift voor je heeft.

Of je later pas de code
kunt ontrafelen uit de mode.