Nanananananana ...
Hij kwam pas geleden, in de klas
En niemand wist nog wie hij was
Zojuist verhuisd, uit een andere stad
Maar ik wist meteen wie ik voor me had
De jongen van m’n dromen
Was vlak bij komen wonen
Maar hij keek mij niet aan, hij zag me niet staan
En kwam ik hem tegen, dan werd ik verlegen

Maar hij zei niks tegen mij ( hij zei niks tegen haar)
En ik zei niks tegen hem (hij zei niks tegen haar)
Ja hij zei niks tegen mij (hij zei niks tegen haar)
Oh we keken naar de grond
En niet naar elkaar ... Nanananananana ...

Hij liep me steeds zomaar voorbij
En ik keek niet naar hem, en hij niet naar mij
Maar vanaf vandaag zal alles anders zijn
Want vanmorgen zag ik hem, weer op het schoolplein
Ik zal het nooit vergeten, in het speelkwartier, bij groep vier

Want hij zei ‘Hoi’ tegen mij en ik zei ‘Hoi’ tegen hem
Ik keek diep in zijn ogen en ik hoorde zijn stem
Want hij zei ‘Hoi’ tegen mij en ik zei ‘Hoi’ tegen hem
Ja hij lachte naar mij en ik naar hem !

Ik kan haast niet wachten tot ik hem weer zie
Want hij is óók op iemand en ik weet wel op wie
Dus ik lig te woelen in bed ...

Want hij zei ‘Hoi’ tegen mij en ik zei ‘Hoi’ tegen hem
Ik keek diep in zijn ogen en ik hoorde zijn stem
Want hij zei ‘Hoi’ tegen mij en ik zei ‘Hoi’ tegen hem
Ja hij lachte naar mij en ik naar hem ! .. Nanananananana ...

Ja hij zei ‘Hoi’ tegen mij en ik zei ‘Hoi’ tegen hem
Ik keek diep in zijn ogen en ik hoorde zijn stem
Ja hij zei ‘Hoi’ tegen mij en ik zei ‘Hoi’ tegen hem
En hij lachte naar mij en ik naar hem !
Hij zei ‘Hoi’ tegen mij en ik zei ‘Hoi’ tegen hem