Flairck
Flairck - Lied van het toeval lyrics
Your rating:
Het was nacht, de sterren fonkelden hoven 't stervend schip Het lag slagzij op het koraal te beven in de wind Veertig mensen zijn verdronken onder de bleke maan We dreven met het wrakhout mee naar deze rotsen in zee En had er een zucht meer wind gestaan Dan waren we langs deze klippen gegaan Wij zijn in de handen van God of van het Toeval, zeg het maar Wachten op de hulp van God Wachten op het Toeval Bepaalt een mens zijn eigen lot Bestaat er een Bemoeial Bouwmeester van dit complot Die zegt wanneer de regen valt Wie geeft ons het genadeschot Wie laat ons hier aan lager wal De schipper, de bootsman, de commandeur, Veertig beste matrozen Zijn dit eiland toen ontvlucht, wij werden niet verkozen `K zag Pelsaert in de sloep gaan staan, Een zwarte meeuw op z'n schouder God weet of hij had moeten gaan, hij leek wel honderd jaar ouder Met tachtig lege watervaten zijn ze vertrokken, ons achterlatend Op zoek naar de hulp van God of van het Toeval, zeg het maar Tweehonderdtachtig bange zielen in deze eindeloze zee En een druppel water valt uit de hemel naar benee Met zwarte opgezwollen tongen zuigen we op een stuk hout We vechten om elke druppel vocht, bitter van vogelstront en zout Geen tranen om te huilen hier, de doodsangst van een stervend dier Is dit het werk van God of van het Toeval, sterven wij hier De predikant sprak van Gods zegen De soldaat sprak van het lot Maar onverwachts viel toen de regen Toeval misschien, of was het God