O, de huur gaat omhoog
van mijn vaders huis,
van mijn moeders huis.
O, de huur gaat omhoog
van mijn zusters huis,
van mijn broeders huis.
Udink, die ouwe huur
was mij al veel te duur!
't Is het grootste kruis
van mijn vaders huis,
van mijn moeders huis.

Udink heeft een plan.
Hij zegt dat het werken kan.
Ik moet het eerst nog zien
over een jaar of tien.
Maar om één ding kun je echt niet heen:
de doorstroming begint meteen.
Kijk, het geld stroomt door mijn handen heen!

Want de huur gaat omhoog
van mijn zwagers huis,
van mijn slagers huis.
Ook al zit je niet droog,
toch, de huur gaat omhoog
van mijn zwagers huis.
Al barst je van het vocht,
al sterf je van de tocht,
ja, de huur stijgt toch
van mijn zwagers huis,
van mijn slagers huis.

Ik vlieg tegen de muur
door die stijgende huur,
door die stinkende huur.
En ik krijg er het zuur
als ik denk aan die huur,
die verlinkende huur.
Wat nu wordt aangericht,
doet echt de deur wel dicht
van mijn vaders huis,
van mijn zwagers huis,
van mijn slagers huis.

Udink, die ouwe huur
was mij al veel te duur!
Ik wil de ouwe huur,
Udink, die ouwe huur!
Udink, ouwe huur!
Udink, ouwe huur!
Udink, ouwe huur!