Van straat naar straat maak ik muziek
en steeds betaalt mij mijn publiek
met wisselgeld.
Mij wordt geen bankbiljet gegund,
maar soms maakt ook de simpele munt
je welgesteld.

Met klinkend geld kocht ik aldus
mijn hoed, mijn Stradivarius,
mijn Jaguar.
En met mijn mooie kapitaal
gaan heus geen dieven aan de haal,
het is veel te zwaar.

Ik vind een pinpas maar iets geks,
geen giro’s, creditcards of cheques
die ik begeer.
Met ‘God zij met ons’ op de rand,
zo vind ik in het hele land
mijn draai, meneer.