Na een drukke dag bekaf in bed,
onder de wol, wekker gezet,
ogen dicht en klaar om te dromen.
Ik hoop maar dat de slaap wil komen.

Mug in de kamer,
pak een krant of hamer.
Ik ben veel te moe,
dus laat maar, zoem, zoem, zoem…

Dan blijft het even stil: geen vliegverkeer.
Bijna in slaap, ik hoor hem weer…
Druk het kussen tegen mijn oren
om dat gezoem maar niet te horen.

Mug in de kamer,
pak een krant of hamer.
Ik ben veel te moe,
dus laat maar, zoem, zoem, zoem…

Die mug wil mijn bloed,
die mug heeft zo’n trek.
Nou, ik vind het goed:
hier zijn mijn wangen, mijn neus of mijn nek.

Mug in de kamer.
Ik geef mij over, dus ga maar
je gang op mijn wang,
maar laat me daarna eindelijk met rust.