Durmazon
Leen Jongewaard & Lex Goudsmit & Durmazon - In het Gooi, Gooi, Gooi lyrics
Your rating:
In Mokum ben ik geboren en getogen, de stad, die zevenhonderd jaar bestaat, die zevenhonderd jaar zijn omgevlogen. ’t zal me benieuwen hoe het verder gaat. Ik sta hier met de tranen in m’n ogen en voel me een beetje schuldig aan verraad, want we wonen nu in het Gooi en al is ‘t ook nog zo mooi: het kan niet tippen aan de Willemstraat! In het Gooi, Gooi, Gooi, in het Gooi, Gooi, Gooi, daar zeggen ze altijd keurig ‘dag meneer’ en ‘dag mefrooi’. In het Gooi, Gooi, Gooi, in het Gooi, Gooi, Gooi, daar kommen ze van z’n levensdagen nooit es uit de plooi. De sterren van nu en morgen en hun impresario’s, die zitten daar opgeborgen in hun sjieke bungalows. In het Gooi, Gooi, Gooi, in het Gooi, Gooi, Gooi, daar voel ik me net een soort artiestenvlooi! Toen ik uit de Jordaan vertrok naar buiten, toen wist ik echt niet wat me overkwam. Ik had nog nooit een merel horen fluiten, en appeltjes zien vallen van de stam. De eerste lente, die ik zag ontspruiten, die zette m’n hele hart in vuur en vlam. Ik voel me zwaar geflest, want al is de natuur verpest, het haalt ‘t niet bij de troep van Amsterdam! In het Gooi, Gooi, Gooi, in het Gooi, Gooi, Gooi, daar zeggen ze altijd keurig ‘dag meneer’ en ‘dag mefrooi’. In het Gooi, Gooi, Gooi, in het Gooi, Gooi, Gooi, daar kommen ze van z’n levensdagen nooit es uit de plooi. De sterren van nu en morgen en hun impresario’s, die zitten daar opgeborgen in hun sjieke bungalows. In het Gooi, Gooi, Gooi, in het Gooi, Gooi, Gooi, daar voel ik me net een soort artiestenvlooi! Maar wat je in Mokum mist, dat zijn de fuiven. Die geven ze wel tien maal in het jaar. Champagne, kaviaar, gebraden duiven, de hele santenkraam staat voor je klaar. De jongens van het Gooi, laat die maar schuiven, die leven echt niet als de kluizenaar. Nee, ze huppelen vrolijk rond en zo tegen de ochtendstond, dan weten ze weer alles van mekaar! In het Gooi, Gooi, Gooi, in het Gooi, Gooi, Gooi, daar zeggen ze altijd keurig ‘dag meneer’ en ‘dag mefrooi’. In het Gooi, Gooi, Gooi, in het Gooi, Gooi, Gooi, daar kommen ze van z’n levensdagen nooit es uit de plooi. De sterren van nu en morgen en hun impresario’s, die zitten daar opgeborgen in hun sjieke bungalows. In het Gooi, Gooi, Gooi, in het Gooi, Gooi, Gooi, daar voel ik me net een soort artiestenvlooi!