Altijd als het zomer wordt
krijg ik de kriebels weer te pakken ((aha))
Dan willen wij het water op
om de rivier af te gaan zakken ((aha))
De motor aan, de trossen los
adieu, goodbye, tot ziens, de groeten ((aha))
we gaan maar voor zo'n week of twee
we varen onze eigen route
De mazzel, de groeten
wij varen er van door

Ik wil met jou gaan varen ((aha))
in ons bootje ((aha))
Wij genieten van het vrije leven
en lekker nog wat drinken ((aha)) 
in ons bootje ((aha))
Ik wil met jou alleen maar samen zijn

We varen ook naar Volendam
en gaan daar verse paling kopen ((aha))
Een foto natuurlijk in klederdracht
over de dijk gaan wij wat lopen ((aha))
Ik heb het hier nu wel gezien
de touwen los, we gaan weer varen ((aha))
We kiezen weer het ruime sop
en zijn weer lekker op het water
De zorgen, voor later
we varen, weer door

Ik wil met jou gaan varen ((aha))
in ons bootje ((aha))
Wij genieten van het vrije leven
en lekker nog wat drinken ((aha)) 
in ons bootje ((aha))
Ik wil met jou alleen maar samen zijn

Wij genieten van het vrije leven
en lekker nog wat drinken ((aha)) 
in ons bootje ((aha))
Ik wil met jou alleen maar samen zijn

Ik wil met jou gaan varen ((aha))
in ons bootje ((aha))
Wij genieten van het vrije leven
en lekker nog wat drinken ((aha)) 
in ons bootje ((aha))
Ik wil met jou alleen maar samen zijn
Varen met jou dat vind ik fijn