Een akelig rumoer en scherpe geuren
Een rusteloos en grillig clair-obscur
Er is iets angstaanjagends aan het gebeuren
En iedereen is danig overstuur

Jawel, wij zijn tot tranens toe bewogen
Door deze oerverschrikking der natuur
En lang daarna zien wij met mededogen
Nog steeds de smart veroorzaakt door het vuur

Brand, brand
Brand, brand, brand
"Wat een sof", zegt de vuurvaste brandweerkledingfabrikant
"Alles brandde als een lier. Het was maar voor het buitenland
En dat houden ze dan mooi niet uit de krant"

Brand, brand
Brand, brand, brand
"Ja, daar zeg je me zo wat", zegt Willem Duys in dit verband
"Want ik voelde eens een pyromaan uit Kampen aan de tand
En die gaf een demonstratie weg in 't Spant"

Brand, brand
Brand, brand, brand
"Wel dat was een tegenvaller" zegt de circusexploitant,
"Zonder tent en zonder banken gaat het niet zo florissant
En we eten nou al weken olifant"

Brand, brand
Brand, brand, brand
"Wel, dat me nog een afgang", zegt de puber nonchalant, 
"Zit ik stil op de wc met een erectie in mijn hand
Valt de buitenmuur omlaag. Het was gênant" 

De classicus denkt aan de brand van Rome
Van Sodom spreekt de bijbelexegeet
"Een fikkie in mijn hooischuur", zegt de slome
Maar hoe dan ook, u weet het, ieder weet
Dat vuur de beste stemming kan bederven
Ja zelfs kan leiden tot onzegbaar leed
Nog afgezien van roet en al die scherven
Die vlammen zijn dan ook behoorlijk heet

Brand, brand
Brand, brand, brand
"Had je dat niet aan zien komen", vraagt de oude querulant,
"Sinds Van Agt aan het bewind is, loopt hier alles uit de hand
En de brandweer is ook veel te tolerant"

Brand, brand
Brand, brand, brand
"Die scholastici doen zich misvatten", zei Immanuel Kant
Ja, nu zult u vast wel denken: dit is weinig relevant
Maar van brand had hij niet zo veel verstand

Brand, brand
Brand, brand, brand
"Ach, een menselijke fout", zegt de politiecommandant,
"Je ontruimt eens je bureau en je denkt niet aan zo'n arrestant
En u weet toch hoe we onder zijn bemand"

Brand, brand
Brand, brand, brand
"O, het knaagt aan mijn geweten", zegt een juffrouw lamboyant
"Ik had gisteravond toen ik door de slaap werd overmand
Mijn vibrator in de allerhoogste stand"

Één stadsbrand en miljoenen gaan verloren
Één bosbrand en natuurschoon wordt woestijn  
Één scheepsbrand en men kan de kreten horen
Van hen die schuilgaan in het rookgordijn

Het blijft ons toch wel onweerstaanbaar boeien
We drinken het in als kostelijke wijn
We zwelgen in dat laaien en dat loeien
Er kunnen niet voldoende branden zijn

Brand, brand
Brand, ha brand
Kijk de schaduw is vervelend en de lucht is penetrant
Bovendien is dat gegil natuurlijk wel een dissonant
Maar je kunt je eens ontspannen
Bij het gezwoeg van brandweermannen
En het schouwspel is toch heerlijk flamboyant