Ik doe alles in vliegende vaart,
Wat mijn stiefmoeder maar van mij wil.
Maar soms zoek ik een plek bij de haard,
En daar is het veilig en stil.

In een stoel van de keuken, in een hoek bij het vuur.
Droom ik weg en is het of ik verdwijn.
Naar het eind van de wereld, naar een groot avontuur
En ben ik opeens wat ik maar wil zijn.

Ik ben plotseling een Lady of een Geisha,
Of de eerste vrouw die wandelt op de maan.
Of een prima ballerina in Parijs, ja.
Of de sterren van de Scala in Milaan.

Ik heb duizend aanbidders, nee zelfs duizend en één,
En ik draag de prachtigste haute couture,
Als ik droom in een stoel in de hoek van de keuken
In een stoel, in een hoek, bij het vuur.

Als ik droom dan is het of ik verdwijn.

Ik ben zomaar in een oerwoud op safari,
Tot ik onverwacht een leeuw zie of een beer.
O lieve hemel ik zit goed in de penarie,
Heb geen pijl en boog en geen geweer.

Het is een nacht in de jungle, het is donker en koud
Maar ik raak geen ogenblik overstuur
Want ik zit in een stoel in de hoek van de keuken
In een stoel, in een hoek, bij het vuur.