Lisa, Lisa, Lisa
Waarom kijk je zo bang achterom,
er was niemand die jou zag gaan
of die ons zal missen voortaan.
Ze schreeuwden geen moord en geen brand,
dus niemand van hogerhand,
geen rechter of ambtenaar
die ons kan scheiden, Lisa

Lisa, Lisa, Lisa.
Langs die vuile fabriek
die jou dagen zo heeft verziekt.
Zo zijn we, al was het nog kil
deze ochtend samen heel stil
al vroeg de stad uitgegaan
alleen jij zacht pinkte een traan
met een handje vol bonbons
alleen een melkman zwaaide naar ons.

Lisa, Lisa, Lisa.
Het huisje wat ik je beschreef
is klein en ook zelfs scheef
maar ramen en deuren zijn blauw
en binnen staat een weefgetouw
en als de bramen rijp zullen zijn
dan maken wij zelf onze wijn
en 's avonds bij het open vuur
dan kijken wij niet op een uur.

Lisa, Lisa, Lisa.
Ja, dan is er geen houden meer aan
geen tafel of stoel blijft er staan
dan dans ik met jou in het rond
en kus ik voortdurend je mond
we pakken elkaar lekker beet
en Lisa, Lisa jij weet
wat er in mij dan omgaat
alsof er een bliksem inslaat.

Lisa, Lisa, Lisa
Lisa, gaat het nog wel,
je benen gaan niet meer zo snel,
je ogen staan bleek en verward,
misschien liep ik ook wel te hard.
Lisa, je houdt het niet vol
je hoofd dat draait als een tol,
ga zitten en eet wat fruit,
ach Lisa, wat zie je eruit.

Lisa, Lisa, Lisa.
Liefste wij zijn er bijna
nog even en dan zijn wij thuis
dan ontsteek ik meteen het fornuis,
dan maak ik voor jou chocola,
dan wordt je weer warm, Lisa.
Oh God, waarom zeg je niets meer,
Kom nou Lisa probeer.

Lisa, Lisa, Lisa.
Die vuile klerenfabriek,
die jou leven zo heeft verziekt,
nu lig je hier stil op de grond,
een glimlach nog op je mond
in 't zicht van de haven gestrand,
met jou hand in mijn hand,
er komen wat mensen voorbij
en ergens spelen kinderen blij.

Lisa, Lisa, Lisa.