Leer te kijken
Naar wat achter bomen leeft
Naar wat jou des nachts
Je dromen geeft
Ook overdag
Zijn zij er, ik heb het vaak gezegd
Voor wie dat gelooft
Bestaan zij echt

Feeën, trollen, toverdingen
Vogels praten, vissen zingen
Geloof mij nou misschien
Kan jij ze dan ook zien

Voor David is geen huis te klein
Want het allerkleinste staat in kabouterland

Ik ben kabouter
Dus pluk ik in de ochtendstond
Fijne kruiden voor een drank
Die maakt je gezond

Ik ben kabouter
Die heel gewoon en aardig doet
Wil je weten hoe ik ben
Nou kijk dan maar goed

Ik ben altijd op mijn hoede voor mijn vijanden, de trollen
Ze kunnen met mijn puntmuts zo veel heen en weer zien hollen
Trap dan met je grote voeten bij het paddenstoelen plukken
Niet op mij dat moet toch lukken, anders zal je er voor boeten

Ik ben wel 7 keer sterker dan jij!
En daarbij, haast altijd opgeruimd en blij

Ik ben kabouter
En wil je weten waar ik woon
Ik woon midden in het bos
Hier onder een boom

Ik ben kabouter
Dus pluk ik in de ochtendstond
Fijne kruiden voor een drank
Die maakt je gezond

Langs paden en wegen
Kom ik vergeten geheimen soms tegen
Die niemand mag weten

Ik ken geen verveling
Want dit is een feit
Met Liza en de tweeling ben ik er altijd

Ik ben wel 7 keer sterker dan jij
En daarbij, haast altijd opgeruimd en blij