daar is dan de poedelman
ring, pingeling, daar komt ie an
zijn er hier nog kindertjes met vieze vuile oren
1, 2, 3, daar gaan ie dan
vuile kind’ren hou ‘k niet van
ik was alle kindertjes van achteren en van voren

vader, moeder, geef maar op
ik doe zusje wel in ’t sop
hopla zegt de poedelman
jou stop ik in de tobbe
kijk die kroezelige Jan, 
hopla zegt de poedelman
nou maar eerst wat groene zeep
en dan lekker schrobben

wat een handjes, wat een toet
wat een teentjes, zwart als roet
dan komt kleine Bobby
met z’n ongepoetste tanden
geen gezeur en geen gehuil
goeie help wat ben je vuil
alle kinderen uit de buurt
die neem ik onder handen

ring, pingeling, daar gaat ie dan
hij gaat weg, de poedelman
zijn nu alle kindertjes weer netjes en weer helder
weet je, ik geloof van niet…
ik geloof dat kleine Piet
Stiekem weggekropen is, 
misschien wel in de kelder