Conny Stuart

Conny Stuart - Reünie lyrics

Your rating:
Hoe lang is het al weer geleden
Dat wij ons eindexamen deden
En dat wij ons hebben voorgenomen
Om ieder jaar bijeen te komen
Om ieder jaar in een tearoom
Thee te drinken met ons viertjes
Wij meisjes van de meisjeskostschool
Van Johanna Kliertjes
Een handdruk en een dikke zoen
En rustig babbelen over toen
Wel jammer dat we ietwat uit elkander zijn gegroeid
En dat de reünie me ieder jaar iets minder boeit
Maar omdat ik mevrouw Straal ben uit Bloemendaal
Schenk ik de thee in, vanzelfsprekend
En vanzelfsprekend, ik betaal

- Gut, zeg. Wat ontzettend gezellig dat jullie er allemaal zijn, kinderen. Werkelijk enig!

Tineke Stikker
Jij bent weer dikker
Zegt Marjolein, jij wordt mager
Is ’t waar zeg, Ellen
Wat ze vertellen
Over jouw zuster en zwager?
Is de thee wel goed
Niet te slap, niet te zoet
Wil nog iemand een schepje suiker
Jij zeker, Tien
Ja dat kun je wel zien
Jij bent een enorme verbruiker

-Ha, ha, die Tien

Hier zitten we dus
En wat is het weer knus
We moeten elkaar meer ontmoeten
Zeg, weet jij, Tien
Wie ik laatst heb gezien?
Dat vriendje van jou met die voeten
Hij is nu getrouwd
Ja, kind, en hij is heel erg oud
En ik moet je nog hartelijk groeten
Nou, ’t gaat ‘m niet best, 
Hoor, nee, hij woont in Nieuw-West
En hij heeft ze nog steeds, hè, die voeten

Marjolein, je ziet bleek
Hè, toe vooruit wat cake
En neem jij nog een slagroomsoes, Ellen
Zeg, was dat nou… Tien, ga je al?
Hè, kind, doe niet zo mal
Nou zeg, zal je ontzettend gauw bellen
Dààg
Dààg

Zeg, zag ik dat goed?
Lieve God, wat een hoed
Arme, arme Tineke Stikker
Ja, ze heeft het wel zuur, hè
Met dat frêle figuur
Arme kleine vogelverschrikker
Ja, ’t wordt echt tijd dat ze slinkt
Zeg, ik hoor dat ze drinkt
Is dat waar? Dat de hemel haar bijsta
Nou, ik laat ’t in ’t midden hoor
Wij kunnen slechts hopen dat die verleidingen 
Aan ons voorbijgaan

Ziezo, dat was dat
Kom, wie wil er nog wat
Hier, Marjo, neem jij biscuitjes
Zeg, ik weet niet waarom, hè
Maar ik vind Tine dom
Ach kind, ’t is veel intiemer zo met z’n drietjes
Ellen, lieveling
Zeg, vertel jij eens één ding
Hoe komt het dat jij noot getrouwd bent?
Zie je niks in een man?
O, kind, ik snap niet dat dat kan
Ik denk dat jij ergens te koud bent 
Maar ’t hindert niet, meid
Ach, welnee zeg, neem maar rustig de tijd
Vrijheid blijheid, wat jij, Marjoleine?
Zeg die vuilgele nop haalt je tint reuze op
Die stof is ook leuk voor gordijnen
En zeg Marjolein, gaat het beter met Hein?
Kind, wat ik voor jou een respect heb

Zeg Ellen, ik weet een heel goede plastische chirurg
Ja, ’t is een mannetje dat ik ontdekt heb
Eens even kijken hoor, hier heb ik geloof ik ergens ’t adres
Ja, Koninginneweg 6
Hè toe, neem nog één mokkapunt, Ellen
Hè, moet je echt weg? 
Hè, wat akelig zeg
Nou, Ellekind, schat
Zal je gauw bellen
Dààg

Ja, da’s nou typisch Ellen, hè
Die komt altijd in lellen
Kijk ze valt, je ze ziet niet zo bijster
Ach, ik had het van Ellen wel kunnen voorspellen
Ach, kind, o geboren oude vrijster
Nou, ik vind ’t een plaag, hoor
Jij nog thee, schat
Want ik mag ‘r zo graag, hè
Ach die jeugd, hè, dat moest zich wel wreken
Maar nu wij, Marjolein
O schat, wat vind ik ’t fijn
Om jou onder vier ogen te spreken
Wolkje, hè?
Zeg wat leuk Marjolein 
Dat het goed gaat met Hein
En vertel ‘ns, hoe is het met de tweeling?
En waar woon je ook weer?
Was ’t niet Wormerveer?
Ach, leuk zeg
Geen last van verveling?
O, ’t is waar, Heerenveen
Ja dat scheelt wel meteen, hè
Heerenveen, het Haagje van het noorden
Zijn daar winkels en zo?
En is er wel eens een show?
Ach kind, er zijn vast nog erger oorden

Van de zomer aan zee
In ons lief Saint Tropez
Dacht ik heel vaak aan jou Marjolein
Want je had geen idee
Hou bourgeois Saint Tropez
En hoe naar Saint Tropez soms kan zijn
En ik dacht nu zit zij
Ergens leuk in de wei
Met de tweeling en Hein in een tent, leuk ja
En ze kookt havermout
Op wat smeulend dor hout, schattig
Zeg, weet jij wel hoe gelukkig jij bent?

Zeg kind, jij ziet er goed uit 
In die simpele ruit
Jazeker, jij draagt een oorspronkelijk pakje
Dat keiharde blauw, zeg
Dat past precies bij die ogen van jou
Kom, neem nog een lekker gebakje
O nou zeg, wil je soms dan nog thee, hè?
Wat, zeg? Moet je weg, lieverd
Nee! En we zijn net zo leuk onder ons    
Nou vooruit dan maar weer
Tot een volgende keer
Ja, ‘k zal ’t doen hoor, ja
’t Was ontzettend gezellig, hoor
Dààg
Slons
Get this song at:
bol.com
amazon.com

Copyrights:

Author: Guus Vleugel

Composer: Van Dijk

Publisher: ?

Details:

Released in: 1959

Language: Dutch

Share your thoughts

This form is protected by reCAPTCHA and the Google Privacy Policy and Terms of Service apply.

0 Comments found