Een bijtje fladdert door de lucht
En zuigt honing en zuigt honing
Tralalala zoem zoemzoem
zoemzom

Daarna vliegt hij
Voor niet beducht 
Tralalala zoem zoemzoem
zoemzom

Fluks weer naar zijn
Bijenwoning
Zoemezoemezoem ha ha ha
Zoemezoemezoem ha ha ha
Zomzom

In het concertgebouw de grote zaal
Debuteerde ik voor de eerste maal
Er was niet zo heel veel publiek
Maar zes personen die ook na de pauze bleven
Heb ik door mijn romantische lyriek
Een waar festijn voor grote kunsten kunnen geven
De pers was meer dan enthousiast in een woord
Ze schreven: zo iets hebben wij nog nooit gehoord

 Zoemezoemezoem ha ha ha
Zoemezoemezoem ha ha ha
Lahahaha
Lahahaha
Lahahahaha-mmm
Enzovoort

Al ben je zoals ik nog zo begaafd
Toch duurt het nog een tijd voordat je slaagt
Als je u-weet-wel-weg niet op wilt gaan
En je enkel en alleen maar aan je kunst wilt geven 
Dan kun je daar onmogelijk van bestaan
Want moederlief en Eefje moeten ook toch leven
En daarom heb ik m’n tanden op elkaar gezet
En zing voor ’t dagelijks brood dan maar in ’t cabaret

Een bijtje fladdert door de lucht
En zuigt honing en zuigt honing
Tralalala zoem zoemzoem
Zoemzom
Hoi

Nu komt daar plotseling die vent van niets
Die Wim Zonnepit of Bollenveld en heeft weer iets
Hij zegt u bent een zeer komisch talent  
Publiek heeft gisteren om u zitten gieren, brullen
Wie weet als u een jaartje verder bent
Dat ze om u bij de revue nog vechten zullen
Dan zeg ik niets, want daarvoor heb ik geen woorden meer
Maar ik denk komisch? U zult het hebben hoor, meneer

Een bijtje fladdert door de lucht
En zuigt honing en zuigt honing
Tralalalal deldel deldel
Hatsee