D'r zit een gat in de emmer, Angelquieje, Angeliqueje
d'r zit een gat in de emmer, Angelquieje, een gat.
Nou, maak 'm dan Jopie, Clown Jopie, Clown Jopie
nou, maak 'm dan Jopie, Jopie, maak 'm.
Met wat zal ik 't maken, A, A.
met wat zal ik 't maken A, met wat?
Met een stokje, ClJ, CLJ,CLJ
met een stokje CLJ,CLJ met een stok.
"t Stokje is te dik ,A.A.
"t stokje is te dik A.veel te dik.
Oh,oh,dan snij je het af, Cl,CLJ,
dan snij het af,CLJ snij het af!
Met wat moet ik 't snijden A.A.
met wat moet ik 't snijden A.met wat?
Wat dacht je van een mes,CLJ,CLJ,
met een mes natuurlijk,CLJ met een mes.
O,ja,maar 't mes is te bot,A.A.
het mes is te bot,A, te bot.
Dan moet je het slijpen,CLJ,CLJ,
dan moet je het slijpen, CLJ, slijpen!
Aan wat moet ik 't slijpen, A.A.
aan wat moet ik 't slijpen A. aan wat?
Aan een slijpsteen, CLJ,CLJ,
aan een slijpsteen CLJ, aan een steen.
De steen is te droog, A.A.
de steen is te droog, A.veel te droog.
Maak 'm dan nat CLJ,CLJ,
maak 'm dan nahat,CLJ, nat!
Met wat maak ik 'm nahat,A.A.
met wat maak ik 'm nahat,A.met wat?
Met water,CLJ,CLJ,
wat dacht je van water? CLJ met water.
Hoe haal ik dat water,A.A.
hoe haal ik dat water,A.hoe???
In een emmer,CLJ,CLJ,
in een emmer CLJ KIWI!!!
Maar eh, d'r zit een gat in de emmer,A,A.
d'r zit een gat in de emmer,A.een gat.
oh,oh,oh,oh,oh,oh