Als ik ooit een kindje krijg,
de oude stam een nieuwe twijg:
het kan een jongen zijn, het kan een meisje zijn,
maar in beide gevallen heet het Hein.

'Waarom Hein?' vraagt Ome Piet,
ik op mijn beurt: 'Waarom niet?'
Het kan een jongen zijn, het kan een meisje zijn,
maar in beide gevallen heet het Hein.

Akkie, Mees en Toos,
iedereen wordt boos:
waar komt nou ineens die naam van Hein vandaan?
Alles in paniek,
overal kritiek,
maar ik, ik trek me nergens wat van aan.

Ik denk aan die kleine spruit,
die kan straks twee kanten uit:
het kan een jongen zijn, het kan een meisje zijn,
maar in beide gevallen heet het Hein.

Akkie, Mees en Toos,
iedereen wordt boos:
waar komt nou ineens die naam van Hein vandaan?
Alles in paniek,
overal kritiek,
maar ik, ik trek me nergens wat van aan.

Ik als vader, ik beslis,
als het eenmaal zover is.
Het kan een jongen zijn, het kan een meisje zijn,
maar in beide gevallen heet het Hein.