Met lippen verzegeld,
Het maakt m'n mond dood.
Ondergaan we het lot, 
Want wij zijn uitgeloot.
Ogen verblind zo naïef als een kind,
Vervliegt alle tijd waar ik m'n ziel aan verbind.

Een leven in zonden,
Niet aan regels gebonden.
Het lijkt een wereldvreemde taal,
Geordend kabaal.

Verbaal geweld,
Tussen woorden gekneld.
Verstond het geluid, 
Lijkt de toekomst voorspeld.

Ik wil, ik wil, ik wil. 
Ik wil, ik wil, ik wil.

De terminale fase van een liefdes kamikaze,
Op drijfzand geparkeerd,
En de wijsheid niet begeerd.

Zoekend naar mirakels en duizenden opstakels. 
Wat ik wil!

Ik wil, ik wil, ik wil. 
Ik wil, ik wil, ik wil.

Ik wil, ik wil, ik wil. 
Ik wil, ik wil, ik wil.
Ik wil, ik wil, ik wil.
Ik wil, ik wil, ik wil.