Haar naam is lola, zij draagt een stola.
Daaronder heeft zij niet veel aan als je haar voorbij ziet gaan.
Ze mag graag dansen, met jongens sjansen.
En als je stiekem naar haar kijkt, doet ze net haar benen wijd.
Je valt zo van je stoel, het wordt een dolle boel.
Het feest begint nu pas te komen, roept ze jou zacht toe. 

In de Copa, Copacabana
De mooiste kroeg van heel Europa.
In de Copa, copacabana.
Vrouwen, muziek, jij weet niet wat je ziet.
Daar in de Copa…... wordt zij verliefd. 

Het wordt steeds heter, de vrouwen beter.
De lichten gaan steeds uit en aan als de dames dansen gaan.
Nu gaan ze housen, de zaak verbouwen.
Hij zit weer lekker op zijn kruk, krijgt van achteren een ruk.
En roept Lola: kom aan, laten we housen gaan.
Kom mee de benen van de vloer, nee geen geouwehoer. 

In de Copa, Copacabana
De mooiste kroeg van heel Europa.
In de Copa, copacabana.
Vrouwen, muziek, jij weet niet wat je ziet.
Daar in de Copa…... wordt hij verliefd. 

En zo ligt Lola nu op de sofa
En naast haar ligt een nieuwe vriend, waar zij Euro s aan verdiend.
En als hij weg gaat, en Lola geld vraagt.
Zegt hij: dit had ik niet verwacht, k wou enkel slapen hier vannacht.
Dan wordt ons Lola kwaad, en pleegt een laffe daad.
Er klinkt een schot en er vloeit bloed, nee dit komt nooit goed. 

In de Copa, Copacabana.
De mooiste kroeg van heel Europa.
In de Copa, Copacabana
Vrouwen, muziek, jij weet niet wat je ziet.
Daar in de Copa….. wordt nooit verliefd. 

(tekst Bert Schaap)