Biografie van Benny Neyman

Wilhelmus Albertus (Benny) Neyman (Maastricht, 9 juni 1951 – Soesterberg, 7 februari 2008) was een Nederlandse zanger.
Levensloop
Neyman werd geboren in Maastricht. Op zijn 6e krijgt hij een gitaar van de lieve goede Sint en nam les. Toen zijn vrienden voetbalden ging hij gitaar voor ze spelen. Hij luisterde graag naar de radio en kocht af en toe een plaatje. Eind jaren 60 maakte hij met Engelse popbands kennis. Na zijn MULO-diploma volgde hij begin jaren zeventig een opleiding aan de Kleinkunst Academie in Amsterdam. Neyman brak in de tweede helft van de jaren zeventig langzaam door. Zijn eerste succes kwam pas in 1980 met het nummer Ik weet niet hoe. In 1985 scoorde Neyman zijn grootste hit met Waarom fluister ik je naam nog (nummer 1-positie in de Nederlandse hitparades). In de Radio 2's Top 2000 editie 2007 nam het de 384e positie in, wat tot dan toe zijn hoogste klassering is in het bestaan van de oudejaarslijst. Vanaf de tweede helft van de jaren tachtig had Neyman geen grote hits meer. Wel bracht hij nog een groot aantal goed verkopende albums uit en had hij een aantal succesvolle theatertournees. Neyman ontving in 1996 een Gouden Harp.
Hij brak in de zomer van 2006 met zijn management en begon met zijn gezondheid te sukkelen. Zijn echtgenoot Hans van Barneveld werd in 2006 zijn nieuwe manager. In oktober 2007 verscheen zijn laatste album Onverwacht en zijn laatste optreden, een hommage aan de overleden Conny Vandenbos, vond plaats op 2 december 2007. Neyman maakte op 21 december 2007 bekend dat hij leed aan een vergevorderde vorm van kanker en dat de aard van de ziekte niet duidelijk was. Op 14 januari 2008 zou duidelijk worden of er geen verdere uitzaaiingen waren en zou het nut van een tweede chemokuur worden onderzocht. Op 7 februari 2008 overleed Benny Neyman op 56-jarige leeftijd.
Neyman zong ook liedjes over zijn geboortestreek, die buiten Limburg weinig bekendheid kregen. Een uitzondering is de ballade Mijn land. De coupletten beschrijven Limburg, dat door de tijd en uitbuiting verandert, maar in het refrein toch mooi is en blijft:
Maar mooi is mijn land, en mooi zal het blijven
Waar de Maas stroomt van Mook tot aan Maastricht
Dat glooiende land van mergel en mijnen
Daar zal ik ooit sterven, wellicht.