Hoge bomen laten veel wind 
Hoogmoed komt voor de valling 
Een belegen paard niet aan de bek rieken 
waar een wil is, is bie weg 

MetEEN gingen TWEE van de DRIE dat VIERen 
En na veel VIJFven en ZESsen namen ZE eVEN 
De trein van ACHT voor NEGEN naar TIENen . 

Wie he kleine niet eert, is waarschijnlijk al binnen 
In de fleur van mijne lever
Van den Hak op Marie Thumas springen 
Tussen heur  regels lezen 
en diep in de kut zitten 

MetEEN gingen TWEE van de DRIE dat VIERen 
En na veel VIJFven en ZESsen namen ZE eVEN 
De trein van ACHT voor NEGEN naar TIENen . 

Een tante bijsteken 
Kleven van de liefde 
Iemand de fles lezen 
Zich op pladijs begeven 
Het kind in de zeilen hebben 
En haantje de goorste zijn 

MetEEN gingen TWEE van de DRIE dat VIERen 
En na veel VIJFven en ZESsen namen ZE eVEN 
De trein van ACHT voor NEGEN naar TIENen .