Ik lag te liggen in de duinen
(Liggen naast zijn schat)
Ik lag te liggen naast m'n schat
(Liggen in de duinen)
En terwijl ze lekker lag te bruinen
(Vroeg hij iets maar ik weet niet wat)
Vroeg ik droog hou je van nat
Hoe bedoel je wou ze weten
(Hij wou weten ja of nee)
Ik vroeg haar ga je met me mee
(Want dat wou ze weten)
Weinig kansen op kwallenbeten
(Kwallenbeten nee oh nee)
Gaan we zwemmen in de zee
Zwemmen in de zee
Gaan we zwemmen in de zee
Als twee vissen in het water
Gaan we zwemmen in de zee
(Gaan we zwemmen in de zee)
Vissen hebben nooit problemen
(Ze kunnen alles aan)
Vissen kunnen alles aan
(Hebben nooit problemen)
Je ziet ze zelden pillen nemen
(Daar beginnen ze niet aan)
Of naar een psychiater gaan
wat ik daarmee wil bedoelen
(Water is ok)
Water is totaal ok
(Dat wou hij bedoelen)
En wil je'r een vis in voelen
Ga dan zwemmen in de zee
Zwemmen in de zee
Ga dan zwemmen in de zee
Net als vissen in het water
Ga dan zwemmen in de heenanana
Ga dan zwemmen
Heenanana zwemmen in de zee
Heenanana ga dan zwemmen
Zwemmen in de zee
Zwemmen in de zee
Ga dan zwemmen in de zee
Net als vissen in het water
Ga dan zwemmen in de zee 
Over en weer naar de UK
Net als vissen in het water
Er is genoeg zee voor ons twee
(Er is genoeg zee voor ons twee)
Ga dan zwemmen in de zee
Er is genoeg zee voor ons twee
Over en weer naar de UK